Je kind is gevoelig. Je merkt het aan hem als hij ergens geweest is met veel prikkels. Hij slaapt dan onrustig. Of het duurt lang voordat hij in slaap kan komen. Hij heeft een druk hoofd. Denkt diep over dingen na. Wil graag alles goed doen. Reageert geprikkeld als iets niet lukt of als dingen anders gaan dan hij wilde. En als dat gebeurt, kan hij ontploffen. Spullen vliegen door de kamer, er wordt gebeten of geslagen. Alsof er een draakje in de kamer staat. Onbereikbaar in zijn woede. De vlammen vliegen in het rond. Ergens prachtig in zijn woede, de felheid straalt er van af. Maar die vlammen maken wel veel stuk. Onbedoeld, want als er iemand gevoelig is, is hij het wel. Maar toch, het gebeurt wel.
Je probeert hem te kalmeren, maar alles wat je doet lijkt alleen maar olie op het vuur te zijn. En misschien heb je zelf ook wel zo’n draakje in je, waardoor jouw geduld op een gegeven moment ook op is. Twee draken die vuur staan te spugen naar elkaar.
Zodra je allebei weer rustig bent, ben je ook allebei verdrietig. Gebeurt het wéér! En waarom eigenlijk? Je probeert met je kind te praten. Maar hij is ook nog zo jong. Hij weet niet wat er gebeurt. Maar heeft wel iets stukgemaakt in zijn woede. Of iemand pijn gedaan. Alleen had hij het niet in de gaten. Het gebeurde gewoon. En terwijl hij eigenlijk juist behoefte had aan verbinding, stootte hij iedereen om hem heen af. En ook jij voelt je verdrietig. Want ook jij weet niet goed waarom je je toch weer liet verleiden, hoe die draak bij jou nu toch weer tevoorschijn kwam.
Als je kind gevoelig is, maar ook een flinke eigen wil en een temperamentvol karakter bezit, dan kan het zijn dat hij zelf ook overvallen wordt door zijn eigen emoties. En dat hij dan dingen doet waar hij later spijt van heeft. En hoe redelijk je ook met je kind kunt praten op rustige momenten, tòch gebeurt het keer op keer weer. Je kind zou bijna gaan denken dat hij ‘dom’ is, omdat het hem gewoon niet lukt.
Hoe kun je je kind helpen?
Waar je kind behoefte aan heeft is om te leren herkennen wat er gebeurt. Liefst zelfs al vóór die woede-uitbarsting. En dat kan op een hele leuke manier met het boekje “Draakje Vurig” van Josina Intrabartolo en Janneke van Olphen.
Het boek is voor kinderen van een jaar of 3 tot een jaar of 7. In het boekje volg je Draakje Vurig, een draakje met allerlei plannetjes. Hij heeft allerlei ideeën en wil die ook zo uitvoeren. Hij is heel gedreven, wat hij in zijn hoofd zit, dat moet ook gebeuren. En liefst op de manier die hij bedacht had. En als er dan toch iets anders loopt dan hij had gedacht, dan zien we waarom hij Draakje Vurig heet.
In het boek wordt op een hele leuke manier beschreven (en door de plaatjes getoond) wat er gebeurt met prikkelverwerking. Als het draakje helemaal groen is, dan is hij ontspannen. Maar door allerlei dingen die gebeuren, wordt het draakje steeds roder. En we weten allemaal wat er gebeurt als je compleet in het rood zit: dan ben je over een grens gegaan en ontplof je. En als een draakje ontploft, dan spuwt het vuur.
Wat leuk is in het boek, is dat er zichtbaar gemaakt wordt wat er aan prikkels binnenkomt. Je ziet langzaam Draakje Vurig steeds roder worden. Mooi is om te zien dat dit niet alleen gebeurt door prikkels die negatief zijn. Ook spanning vanwege allerlei plannetjes zijn prikkels die je iets roder maken. Als je dus veel van dit soort leuke spanning hebt, betekent het wel dat je al dichter bij het rood zit. Dus dat is wel iets om rekening mee te houden.
Bespreekbaar maken
Door het boekje vaker te lezen, kun je met je kind ook dagelijkse situaties bespreekbaar maken. Je kunt op zoek naar manieren om je kleur te gaan herkennen. Hoe rood ben je nu? Wat heb je nodig om weer groen te worden? Zo kun je er makkelijker over praten. Er zit geen oordeel aan vast, er zijn geen dingen “fout”. En omdat je het kunt linken aan een figuur uit een boek, kan een kind zich er in herkennen, maar kan hij er veiliger over praten vanwege een stukje afstand. Het gaat over Draakje, niet over hem.
Je eigen draakje
Ook als je als ouder merkt dat er ergens zo’n draakje in je zit, is het een hele prettige manier om samen met je kind je eigen gedrag te bespreken. Je kunt je eigen grenzen aangeven door bijvoorbeeld te zeggen dat je voelt dat je ook wat roder begint te worden en dat je even zus of zo moet doen om weer groener te worden. Ook kan het je handvatten geven om na te gaan denken hoe het eigenlijk zit met jouw eigen “roodheid”. Voel jij aan dat je te rood gaat worden? En weet je wat je moet doen om weer groen te worden? Wat heb jij dan nodig?
Kortom, een leuk boekje om samen te lezen met je eigen draakjes om zichzelf te leren kennen. En misschien voor jouzelf ook een manier om weer eens naar jezelf te kijken. Oefen samen met je kind, want, goed voorbeeld doet goed volgen. En voor je kind alleen maar fijn om te zien dat niet alles perfect hoeft en dat jij ook nog dingen te leren hebt.
In het boek zit ook een spanningsmeter, een soort thermometer om je ‘roodheid’ te meten. Via de site van Martine Goudappel, de illustratrice van het boek, is ook een spanningsmeter te downloaden. (https://www.studiogoudappel.nl/c-3732880/draakje-vurig-diy/)
Sinds half juni 2018 is er ook een tweede deel van Draakje Vurig, met als titel “Draakje Vurig op school”
Inmiddels is er zelfs een derde deel: “Draakje Vurig en de spiegel”
Meer weten? Kijk op https://www.scrivomedia.nl/Draakje-Vurig
Je kunt Draakje Vurig zelfs volgen op facebook