Als kind is het ontzettend fijn als je al op jonge leeftijd leert dat het goed is om voor jezelf te zorgen.
Jonge kinderen doen dit vaak al van nature. Egocentrisme is een fase in de ontwikkeling van kinderen. Tot een jaar of 5 is het heel normaal dat een kind niet wil delen en alleen bezig is met zijn eigenbelang. Kinderen denken dat de wereld om hen draait en kunnen zich nog maar met moeite in een ander verplaatsen. Dat kan binnen een gezin of in samenspel met vriendjes wel eens botsen, maar dit betekent niet dat je kind een enorm egoïstisch karakter heeft. Je kunt bespreken met je kind wat onze sociale normen daarin zijn, je kunt het goede voorbeeld geven, maar het is nog moeilijk voor een kind om dit ècht te doen.
Zodra een kind ouder wordt, zal hij steeds meer in staat zijn woorden te geven aan wat hij voelt en zich aanpassen aan het “juiste” gedrag. Het zal gaan snappen dat het niet altijd zijn zin krijgt en dat je soms water bij de wijn moet doen. Dat driftig worden niet helpt om je zin te krijgen. Dat de wereld is ingericht om dingen samen te doen. En dat je dus moet delen. Daarbij helpt het als je als ouder het voorbeeld daarin geeft. Het kind ontwikkelt langzaam steeds meer empathie en kan steeds meer rekening houden met een ander.
Rekening houden met een ander. Dat is een mooie kwaliteit. Alleen, wat gebeurt er als je eigenlijk alleen nog maar rekening houdt met die ander? Waar ben jij zelf dan nog?
Hoe mooi is het als we kinderen kunnen leren dat rekening houden met elkaar belangrijk is, maar dat je daarbij je zelf niet hoeft te vergeten. Dat je ook rekening mag houden met wat jij belangrijk vindt. Daar waar een peuter dat uit door krijsend in de supermarkt te gaan liggen, kunnen we onze kinderen leren hoe zij kunnen uiten wat zij graag willen. Op een respectvolle manier voor jezelf èn de ander.
Dat kan al een flinke uitdaging zijn. Zeker als jij als ouder nog in de valkuil stapt om die tijd voor jezelf niet op te eisen. Kinderen doen vaak wat ze zien, niet wat wij zeggen. Dus als jij ervoor kiest om jezelf belangrijker te maken, dan is de boodschap die jij meegeeft dat het oké is om tijd voor jezelf te nemen. Dat het oké is om naar de grenzen van je eigen lichaam te luisteren.
Als je als kind opgroeit in een gezin waar een gezinslid ziek is, gehandicapt is of een aandoening heeft, is die uitdaging nog groter. Kinderen gaan zichzelf vaak op de plaats van een zieke ouder zetten en gaan zorg(en) overnemen. Of kinderen merken dat zoveel draait om hun zieke broer of zus dat zij zichzelf aanpraten dat hun zorgen niet belangrijk genoeg zijn. Dat zij het zelf wel oplossen. Vaak ook worden zij bevestigd in hun lieve gedrag. Als zij zich goed gedragen, niet teveel aandacht opeisen, dan krijgen ze een compliment en een aai over de bol. Wat logisch is, want het is wel heel fijn als jij als ouder op je tandvlees loopt vanwege de zorg om of de zorgen voor je zorgintensieve kind en dat je andere kinderen zich dan “goed” gedragen.
Dit is de dynamiek die snel ontstaat. Daar is niet iemand persé schuldig aan. Dus als je dit patroon herkent, ga jezelf dan niet meteen van alles verwijten. Het is logisch dat dit ontstaan is. Maar je kunt er wel iets aan doen als je dat wilt.
Bij Prikkelpracht kun je terecht voor ondersteuning van je kind. Want je hoeft het niet allemaal alleen te doen. En het is geen brevet van onvermogen als je hier hulp bij inroept. Soms ben je zelf niet in staat om het te doen omdat je niet weet hoe of wat. Maar vaak ook helpt de blik van een buitenstaander. Ook ik als kindercoach had een gezinsbehandelaar nodig om bepaalde patronen bij ons op te lossen. Niet omdat ik het niet wist. Maar omdat ik een rol speelde in die dynamiek. In mijn gezin ben ik moeder en niet de coach. Van een buitenstaander nemen zowel kinderen als partner meer aan. Soms heb je gewoon een blik van buitenaf nodig.
In mijn praktijk zie ik zowel kinderen met een aandoening, kinderen met een broer of zus met beperking of aandoening als ook kinderen met een ouder met een beperking of aandoening.