Dat viel best mee toch?

Dat viel best mee toch?

 

“Nou, dat viel best mee toch?”

Het is december en mijn zoon heeft een flinke snotneus. Dat heeft hij vaker en uit ervaring weten we dat dit niet met één dagje weg is. Een hele week school missen is best veel, zeker in de brugklas, dus ik maak een afspraak voor een test. Hij is al vaker getest. Hij vond het niet leuk, uiteraard, wie gaat er voor zijn lol testen? Maar het was altijd wel oké voor hem.

Na drie kwartier in de rij, zijn we aan de beurt. Zoonlief gaat geduldig op de stoel zitten. Ik hou netjes afstand.

De tester gaat voortvarend van start. Ze heeft de vaart er flink in zitten. Op zich vindt mijn zoon dat niet erg. Die heeft liever dat ze vaart maken dan dat er over koetjes en kalfjes gepraat wordt. Maar vaart maken betekent niet dat je compleet alle menselijkheid uit het oog hoeft te verliezen en over grenzen heen hoeft te denderen.

Eerst steekt ze het stokje in zijn keel. Altijd naar, maar het gaat. Maar dan is zijn neus aan de beurt. Ik zie zoonlief ineenkrimpen en ik hoor haar (niet al te vriendelijk) zeggen: “ogen open!” Hij knijpt ze juist dicht. Hij schrikt van haar bruuskheid en de staaf doet pijn. Ik ben overweldigd, ik sta erbij en kijk ernaar. Op dit soort momenten voel ik me echt een loser. Net als bij al die andere medische dingen die hij in zijn leventje heeft ondergaan en waar ik soms ook als een passieve kruk naast zat en het zag gebeuren.

Ik kijk naar mijn zoon en zie dat ook hij overweldigd is door dit heftige gebeuren. Het voelt alsof er een tornado langsgeraasd is. In dikke tranen zit hij op de kruk

En dan zegt ze: “Nou, dat viel best mee, toch?

Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik mompel nog iets over zijn tranen, maar ben te overdonderd om hier adrem op te reageren. Waar ik dan achteraf weer van baal natuurlijk.

We lopen naar buiten en prompt krijgen we teleurstelling nummer 2: niks geen cadeautjes of diploma’s meer voor kinderen. Datgene waar hij zich als 12-jarige toch nog op verheugde, een soort goedmakertje, zit er ook al niet in.

In de auto komen onze emoties eigenlijk pas naar boven. We zijn allebei een beetje ontdaan. Ik sla een arm om hem heen. Hij huilt even uit. Teleurstelling, boosheid, verdriet, het zit allemaal door elkaar heen.

Had de test-mevrouw de test minder pijnlijk kunnen maken? Misschien. Maar misschien ook niet. Dat is nu ook niet zijn grootste verdriet. Het had al gescheeld als ze zijn pijn, angst en verdriet had gezien en benoemd. En niet weggewuifd zoals ze nu deed. Want aan alles was te zien dat het NIET mee was gevallen. Waarom zeg je dan dat het toch wel meeviel? Zeg dan liever helemaal niks

Het was een wereld van verschil geweest als ze het gezegd: “oh, dat was vervelend hè!” Alleen al die erkenning was genoeg geweest. Nu liet het een nare smaak achter. En vrees ik de volgende keer dat we moeten gaan testen. Want dit laat sporen na. Zeker als je al een medisch verleden hebt.

Zien, benoemen, erkennen. Dat maakt al een verschil.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.